Op Roze Zaterdagen had ik jaren lang de neiging om met een button op te lopen met de tekst
“Ik heb Amersfoort overleefd”
26 juni 1982
Een mooie zonnige dag. Het is ‘roze zaterdag’. Het Roze Front heeft Amersfoort gekozen, een kleine stad met een overzichtelijke middeleeuwse binnenstad niet al te ver van Amsterdam af en makkelijk per trein bereikbaar. Wat het Front zich niet – of niet goed- realiseert, is dat Amersfoort op de rand van de bible belt ligt.
Het is de bedoeling dat de bijna 5000 deelnemers in drie afzonderlijke optochten naar het centrum van de stad, het Onze Lieve Vrouweplein, lopen. Twee ‘gemengde’ stoeten, één pottenstoet.
De pottenstoet komt het eerst in de problemen. De vrouwen worden uitgejouwd, met eieren en tomaten bekogeld en bedreigd door een groeiend aantal opgeschoten jongens, veelal afkomstig uit dorpen in het achterland van Amersfoort. De vrouwen gaan dichter bij elkaar lopen, steunen elkaar, maken het ‘vagina’ teken met de handen, dat in die tijd erg populair is onder lesbo’s.
Ik, jong docent homostudies aan de Universiteit Utrecht, ben er één van.
Op de film, die een van de deelnemers van de tocht heeft gemaakt, is goed te zien hoe de inwoners van Amersfoort met groeiend onbehagen naar te tocht kijken. Alleen de eerste minuut is uit de oude film.
Het motto van de tocht is ‘Opgevoed tot hetero, homo/lesbo durven zijn’.
Daarom is een hoofdrol weggelegd voor de homogroepen in de onderwijsbonden, de ABOP in het bijzonder.
Lineke Roseboom is docente en is gevraagd om als vooraanstaand lid van de ABOP het woord te voeren op het hoofdpodium op het Onze Lieve Vrouwenplein. De jongeren hebben al geprobeerd om de geluidsinstallatie te vernielen. Enkele demonstranten worden in de gracht gegooid. Lineke kijkt vanaf het podium in de ogen van de relschoppers en schrikt van de haat die ze in hun ogen ziet. Het beeld zal haar niet meer loslaten.
Als ratten in de val
Het plein loopt steeds verder vol met demonstranten die, hoewel angstig, denken dat zij met z’n allen veiliger en sterker zijn. De relschoppers proberen de demonstranten te omcirkelen, en klimmen zelfs op de daken van de huizen rondom het plein. De politie besluit de toegangen tot het plein af te grendelen. Naar verluid omdat zij in de mening verkeren dat de homo’s de agressors zijn. Dan voelen we ons pas echt ‘als ratten in de val’ zitten.
Els Veenis, een van de demonstranten, wordt later door het AD geïnterviewd:
Ik probeerde met een van die braniejongens te praten, maar hij bleef maar zeggen dat ik een vieze, stinkende, lesbo was, dat ik maar eens stevig geneukt moest worden en vooral dat ik dood moest. Toen werd ik bedreigd met stenen die ze uit de straat hadden losgewrikt, en ze gooiden levende maden over me.
Een tijd staan we zo op het plein. Mijn vriendin is doodsbenauwd en wil eigenlijk weg. Maar ze realiseert zich ook ‘Als ik nu wegloop, blijf ik weglopen’ – dit wordt later de kop in het AD. Uiteindelijk weten we te ontsnappen via een kleine voetbrug die ergens over de gracht ligt en aan de aandacht van iedereen lijkt te zijn ontsnapt. We hergroeperen in het restaurant Kobus-aan-de-Poort, een toenmaals bekende eetgelegenheid in Amersfoort. Met zestien man/vrouw eten we wat. De ontlading komt als een van ons als dessert ‘een groot ijs’ bestelt. Het ijs is reusachtig, het zit in een grote glazen schaal met alle parapluutjes, en vuurspuwende stokjes die je maar hebben kunt. Mijn kennis, Herman, staat op en laat ons trots zijn ijs zien. Wij klappen. Dan gebeurt het wonder: het hele restaurant staat op en klapt mee. Kennelijk weten ze wat er gebeurd is.
Maar de ellende is nog niet over. Na het eten is er nog een ‘feestelijke’ avond in De Flint, waar we, al is het met twijfel, naar toe gaan. Maar de Flint wordt belegerd door de jongeren, en in de loop van de avond groeit hun aantal weer verder. De politie wil ze niet verspreiden. In plaats daarvan probeert ze later de niet-zo-feestvierende demonstranten in groepjes de stad uit te leiden. Die voelen zich daar behoorlijk geïntimideerd door.
De kater
‘Amersfoort’ veroorzaakt een schok in homoland, zoals dat toen heette. Toch kon het niet helemaal als een verrassing zijn gekomen. De eerste demonstraties – 1977 in Amsterdam, door potten georganiseerde demo tegen de Amerikaanse sinasappelkoningin Anita Bryant; 1978 in Amsterdam als ‘Gay Pride day; 1979 in Roermond tegen bisschop Gijsen, waar de term ‘Roze Zaterdag’ voor het eerst werd gebruikt – zijn weliswaar zonder al te grote problemen verlopen, maar in 1981 gaat het in Den Bosch ook al mis. Jongeren belagen de demonstranten op de Parade. De relletjes worden aanvankelijk als incidenten beschouwd. Het gaat immers goed met de emancipatie? Er zijn tientallen clubjes en organisaties, er zijn homostudies, men voelt zich veilig. Daarom is de kater groot, zoals te zien is in het blad van het COC, SEK.
Overheid, doe wat!
Het COC neemt het voortouw samen met haar bondgenoten om de overheid aan te spreken op haar falende beleid om homoseksuelen te beschermen en de oorzaken van discriminatie tegen te gaan. De werkgroep ‘Amersfoorts beraad’ stelt de nota ‘Homoseksualiteit in het overheidsbeleid’ (in de wandeling de HiHo-nota) op (1983). De regering wordt opgeroepen om een beleidsprogramma op te stellen waarin discriminatie, en ‘heteroseksisme’ als de oorzaak van discriminatie worden bestreden, en gelijkheid in wetgeving (met name ten aanzien van relatiewetgeving en gelijke behandeling) wordt ingevoerd. Ook de houding van de politie moet dringend veranderen.
De overheid reageert aanvankelijk traag. Wel geeft de verantwoordelijk staatssecretaris van emancipatiezaken bij SZW, mr Annelien Kappeyne van de Copello, in augustus 1983 geld aan de Interfakultaire Werkgroep Homostudies in Utrecht, om een inventarisatie te maken van gevallen van discriminatie van homoseksuelen m/v. Het onderzoek verschijnt in 1984 onder de titel Het topje van de ijsberg.
Pas in 1986 komt de regering met eigen nota Overheid en Homoseksualiteit. Er komt een coördinerend minister voor homo-emancipatie. De keuze voor de christelijke minister van WVC, Elco Brinkman valt niet bij iedereen in goede aarde. 25 mei 1987 organiseert het ministerie een oploopje waarin voor het eerst een brede vertegenwoordiging van de homobeweging en een aantal individuele vrouwen aan de minister mogen vertellen hoe de situatie is en wat er moet gebeuren.
Vanaf dat moment komt er een steeds inniger relatie tussen de rijksoverheid en de homobeweging, waarin de bouwstenen voor het huidige beleid in Nederland worden gelegd. De basis is dat ieder departement verantwoordelijk is voor het emancipatiebeleid op eigen terrein. Daartoe wordt de IWOH opgericht, waarin de contactambtenaren van alle ministeries zitten.
De samenwerking overheid-beweging was aanvankelijk vrij uniek in Europa. Het heeft voordelen, maar ook nadelen opgeleverd. Daarover een andere keer.
Waarom dit verhaal?
Op de conferentie Prides Out There, georganiseerd in het kader van Europride 2016 door de Oude Lutherse kerk in Amsterdam samen met o.a Hivos, Human Rights Watch en Art 1, heb ik verteld over de Pride die op mij de meeste indruk heeft gemaakt. Omdat uit de zaal bleek dat bij een nieuwe generatie de geschiedenis in de vergetelheid raakt, schrijf ik het op. Binnenkort volgen meer posts over veertig jaar emancipatiegeschiedenis in Nederland. Ook al voelt dat een beetje als ‘grootmoeder vertelt’.
De meeste foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door Lineke Roseboom. Ze zijn bijzonder, want in het publieke domein zijn er nauwelijks foto’s over Amersfoort te vinden. Kennelijk waren we in dit ernstig pre-selfie tijdperk drukker bezig met demonstreren dan met foto’s maken. Twee andere foto’s zijn afkomstig uit het herdenkingsnummer van de SEK. Pixelpolder/Sjaan Vanderjagt digitaliseerde de foto’s. Meer over de politieke relatie overheid/homobeweging is te lezen in een artikel van Joke Swiebel.
Ik was erbij. Stond op een handkar en troostte mensen. Het landelijk bestuur van het COC wilde weerbaarheidstrainingen gaan geven. Ikheb toen aangedrongen op een beleidsnotitie. Die is er gekomen (zie boven). Dar zijn smakelijke verhalen over te vertellen.
Doe het, Willemien! Ik realiseer me steeds meer dat wij wel mensen ouder dan wij hebben geïnterviewd, maar dat de emancipatiegeschiedenis van de jaren 70 en 80 in de vergetelheid is geraakt. We moeten meer en meer opschrijven.
Dankjewel dat je schrijft hoe het was Judith ! Kom zelf uit bouwjaar ’77 , maar heb al diverse verhalen over die bewuste dag in Amersfoort gehoord . Wat nu blijkt een historisch keerpunt voor de huidige LHBTI beweging in Nederland , en het is belangrijk dat we daar nationaal én internationaal wetenschap van hebben .
Wat een mooi overzicht van die bewuste Roze Zaterdag en wat is er sindsdien veel veranderd ook in Amersfoort, Godzijdank, ik woon er al weer 15 jaar en
ben Positief t.a.v. van het Rozevriendelijke beieid van de gemeente en geniet van het Roze 50+ Café de eerste zondag van de maand Café Koetje Hof 17a en er is een Anbo-Roze Groep….Ben een trotse keientrekker geworden
Ha Judith, Mooi verhaal! Dank je.
Ik was er zelf (toen nog) niet bij, maar heb wel verhalen erover gehoord uit de eerste hand. En ik ben het helemaal eens met je ‘inzicht’ dat er meer verhalen verteld kunnen/moeten worden over de 70-er, 80-er (en 90-er!) jaren. Veel LHBT-ers zijn met dat deel van onze geschiedenis niet meer bekend. En volgens mijn zijn er genoeg (geschreven) verhalen en (bewegende) beelden uit die tijd.
Groet, Herman
Dank je wel Judith. Goed en nuttig verhaal.
Wat heel gek is, in mijn herinnering is “Amersfoort”een zwart gat. Ik herinner me er echt niks meer van. Ik zal ongetwijfeld in een ‘gemengde’ stoet hebben gelopen, maar verder? Mist.
Wel herinner ik me het ‘Amersfoorts Beraad’ van het COC. Daar weet ik nog wel het een en ander van.
Dit is nog es wat je noemt een selectief geheugen.
Judith, dank voor dit verhaal. Goed om ons weer eens te realiseren dat dit pas slechts 34 jaar achter ons ligt… Velen na jullie – ikzelf incluis – hebben de vruchten geplukt van wat er toen gezaaid is aan emancipatoir voorwerk, onder andere door jarenlang voorlichting te (kunnen) geven op middelbare scholen in het pre- en proto-internet tijdperk. Hulde!
ja ik was toen ook in Amersfoort en het was best heel erg spannend op dat plein…. Wij stonden vlak voor de politiemensen wie Amersfoort achter hun probeerde e houden… Ik werd bekogeld met een blikje die ik recht op mijn schouder kreeg..,en toen ik dat blikje zonder na te denken op pakte om vervolgens net zo hard weer terug te gooien waar dat blikje vandaan kwam.., zei meneer agent tegen me…. We gaan niet gooien he..? Ik heb die dag echt dingen zien gebeuren waar ik echt van dacht.. Kom op mensen…. ff normaal…!!!
Ik was erbij! Het jaar ervoor overspoelde het roze leger ( want zo voelde het ) mijn geboorte stad den Bosch en alles was voor 1 dag ondersteboven, de normaal “roze minderheid” was voor 1 dag ver in de meerderheid. ( bedankt Pascal vd Noort) voor het geven van een kaartje voor het eindfeest in het “Casino” mijn eerste echte gay feest. Deze hele dag was voor mij zo’n openbaring dat ik het jaar erna, ik studeerde inmiddels in Utrecht, me over liet halen door een paar vrienden om
met een oude deux chevaux naar Amersfoort te rijden, waar de sfeer grimmig was en waar we uiteindelijk de auto met panne hebben moeten achterlaten ( tot een paar dagen later) en we opgewacht werden door een vijandelijke meute. Ik herinner me dat we ontzet werden door dat er net heel toevallig een taxi voorbij reed waar we in zijn gestapt die ons uit die situatie heeft gered. Het meest verontrustende was dat in de taxi een radio programma opstond die ging over roze zaterdag in Amersfoort met daarin live verslagen over de verontrustende situatie waar we in zaten, wat het geheel nog versterkte. Of we nog in de Flint zijn aangekomen voor het eindfeest weet ik niet meer maar de gehele dag was nogal beangstigend voor een groen studentje uit Utrecht en in groot contrast met die geweldige zaterdag het jaar ervoor in den Bosch ( zo HOORT het dacht ik, zo kan het ook) en ik ben blij dat ik het meegemaakt toen want het heeft me gesterkt in mijn overtuiging dat het nodig is om aanwezig te zijn en desgevraagd niet weg te duiken in anonimiteit, door deze periode was het makkelijker -en is het nu nog- om op een vraag van collega’s over bijvoorbeeld de kerstborrel te antwoorden: mijn vriend komt ook 🙂 en als ik wild sta te dansen op een boot zoals met de laatste botenparade denk ik wel eens die jongens ( en meisjes en alle anderen waarvoor het nodig is ) weten niet eens meer hoe anderen voor deze vrijheden hebben geknokt indertijd, en daarom was het erg leuk om met mijn huidige vriend mee te lopen met de pride walk van het Vondelpark naar de Dam en dat fantastische feest erna op de Dam, iets van die oude spirit herleefde die dag in de mars en de reacties van de mensen langs de kant, blij dat ik erbij was 🙂
Beste Peter,
Dank voor je reactie – sorry dat het even duurde voor ik hem plaatste. Overigens vond ik het in Den Bosch in 1981 helemaal niet zo fijn. Daar was ook gedoe, ’s avonds voor het theater op de parade. Mijn auto stond bij de Ijzeren man en ik moest na afloop van het feest daarheen in de nacht teruglopen dwars door al die rellende jongeren. dat was ook niet fijn!
Voor mijzelf als deelnemer en toenmalig lid van het landelijk COC-bestuur was Amersfoort 1982 ook een belangrijk kernmoment in de emancipatiegeschiedenis. In 2010 heb ik op basis van beschikbaar foto-, film- en archiefmateriaal (zoals het politierapport) en ooggetuigeverslagen een zo precies mogelijke reconstructie van de gebeurtenissen van die dag gemaakt (daaruit blijkt dat enkele details uit Judiths relaas niet (helemaal) kloppen, wat niets afdoet aan de algemene indruk). Dat verhaal is gepubliceerd in het historische Tijdschrift Oud-Utrecht (juni 2010) en te vinden op: https://issuu.com/mauricevanlieshout/docs/rz_amersfoort_1982_
Ik denk dat uw artikel is zeer goed. Ik heb veel geleerd van de dingen. Heel hartelijk bedankt
Mooi nee Supermooi geschreven. En we zijn er nog niet ?… nog steeds moeten we voor ons opkomen op wat voor manier dan ook.